
Beginnen met fotografie – tips
Leuk dat je wilt beginnen met fotografie. Zelf ben ik er in 2008 mee begonnen en heb toen een hele opleiding fotografie gevolgd, dus ik kan je wel wat tips meegeven zodat je goed van start kan.
Wil je echter liever meteen aan de slag met een stap-voor-stap cursus fotografie, neem dan eens een kijkje in het overzicht.
Inhoud
toon
toon
Beginnen met fotografie – welke camera?
Het eerste wat je je kan afvragen als je met fotografie wilt beginnen is met welk toestel je dat gaat doen. Ga je fotograferen met je mobiel? Of ga je voor een compactcamera of spiegelreflexcamera.
Het voordeel van met je mobiel fotograferen is dat je meteen van start kan, je hoogstwaarschijnlijk al een mobiel hebt (die tegenwoordig over een goede camera beschikken) en het heel compact is om mee te nemen.
Door dan rekening te houden met compositie en belichten (waarover zo dadelijk meer) zal je ook met je mobiel al mooiere foto’s kunnen maken. Er is trouwens een cursus iphone fotografie als je daar verder mee wil.
Het nadeel aan fotograferen met je mobiel is dat je minder kan instellen en dus ook minder goed de foto’s naar je hand kan zetten. Wil je dat maximaal dan is een spiegelreflexcamera de beste keuze.
Wat ik zelf het grootste voordeel aan een spiegelreflex vind is dat deze als je op het knopje drukt ook onmiddellijk de foto maakt. Met een mobiel of compactcamera is dat iets later waardoor je een belangrijk moment kan missen. Zeker als je snelle dingen wilt fotograferen kan die korte tijd toch belangrijk zijn.
De foto’s zijn trouwens ook van betere kwaliteit en je kan variëren met het type foto’s die je wilt maken. Je kan namelijk je lens verwisselen. Dat maakt dat het niet compact is om mee te nemen, maar je kan wel de ene keer een breedhoeklens gebruiken, dan weer een telelens en als je graag macrofoto’s maakt dan kan dat ook.
Een compactcamera zit tussen de twee in. Zoals de naam al zegt is deze compact en dus makkelijker mee te nemen dan een spiegelreflex. Daarnaast is het dan weer praktischer vast te houden als je fotografeert en kan je bij sommige compactcamera’s het schermpje omhoog klappen wat handig is voor selfies. Je hebt ook een optische zoom in tegenstelling tot bij een mobiel die een digitale zoom heeft. De kwaliteit van een ingezoomde foto zal dus een heel stuk beter zijn.
Ik gebruik ze trouwens alle drie. Mijn iPhone als ik gewoon onderweg ben zonder het idee te hebben om te fotograferen, maar toch een foto wil maken. Of om een snelle foto te maken die ik op Instagram wil zetten. Mijn compactcamera heb ik vooral gekocht om te filmen, maar neem ik ook mee als ik wat mooiere foto’s wil maken en onderweg ben, dus niet met een hele rugzak vol met lenzen wil rondlopen. Mijn spiegelreflex gebruik ik steeds in mijn studio om professionele foto’s (meestal productfoto’s of foodfotografie) mee te maken. Soms ook op verplaatsing, maar dan vooral als ik puur ga om te fotograferen.
Welke lens?
Heb je gekozen voor een spiegelreflexcamera, dan heb je ook nog de keuze tussen heel veel verschillende lenzen. Welke je daarvoor kiest is afhankelijk wat je van plan bent te fotograferen. Wil je voornamelijk wijdse zichten, dan ben je niks met een telelens.
Een lens is op zich nog belangrijker dan de camera. Heb je een beperkt budget om te besteden dan kan je beter voor een iets goedkopere camera maar duurdere lens gaan dan omgekeerd.
Wil je regelmatig in donkerdere plekken fotograferen zonder statief, dan moet je zorgen dat je een lichtsterke lens hebt. Met donkere pekken bedoel ik niet ’s nachts of in een kelder. Gewoon binnen is al snel te donker met een goedkope lens. Een lichtsterke lens is een lens met een diafragma van f2.8 of groter. f1.4 is heeft een grotere opening en is nog lichtsterker. Hoe lichtsterker hoe duurder de lens.
Als beginner kan je ook best voor een zoom-lens kiezen. Je kan hiermee in- en uitzoomen zodat je flexibeler bent in hetgeen je gaat fotograferen.
Hou er ook rekening mee dat niet elke lens op elke camera past. Heb je een Canon camera, dan past daar geen Nikon lens op. Je hebt ook andere merken zoals Sigma en Tamron, die wat goedkoper zijn dan deze van Nikon en Canon. Deze kan je wel op je Canon of Nikon camera plaatsen. Houd er dan wel rekening mee dat je een Sigma lens koopt voor Canon als je een Canon hebt of eentje die past op Nikon ls je een Nikon hebt.
Start je pas, dan kan je eerst de kitlens aanschaffen en hier mee beginnen fotograferen. Je zal dan na een tijdje merken wat voor type foto’s en in welke omstandigheden jij het meest fotografeert. Dan kan je daarna een geschikte lens voor die situatie kopen.
Diafragma
Heb je vaak donkere situaties dan zou ik zeker voor een lichtsterke lens gaan. Doordat deze veel licht binnen laat kan je ook in donkerdere omstandigheden foto’s maken. Vanaf f2.8 heb je een lichtsterke lens. Hoe groter de opening van je diafragma is hoe meer licht er zal binnen komen en hoe beter je in donkerdere situaties kan fotograferen.
Het is misschien een beetje verwarrend, maar hoe kleiner het getal, hoe groter de opening van het diafragma en dus hoe meer licht er binnen komt. Dus f2 laat meer licht door en is lichtsterker dan f2.8. f1.4 is een nog betere lens die nog meer licht binnen laat.
Met het diafragma kan je niet alleen meer licht binnenlaten. Door het diafragma te wijzigen kan je ook invloed hebben op de scherptediepte van foto’s. Bij een foto met een hoge scherpediepte zal het meeste dat op de foto staat scherp zijn. Bij een foto met een lage scherptediepte zal een onderdeel scherp zijn en alles wat daarvoor of daarachter staat zal wazig zijn.
Heb je een familiefoto, dan wil je natuurlijk dat iedereen er scherp op staat. BIj een sfeerbeeld kan het dan weer mooi zijn dat er focus ligt op één bepaald element en dat al de rest vervaagt is.
Bij een portret zal het ook mooier zijn als de persoon goed tot zijn recht is en de achtergrond vaag is.
ISO-waarde
Met de ISO-waarde bepaal je hoe gevoelig de sensor is voor licht. Hoe hoger de de ISO-waarde hoe lichter je foto zal zijn. Fotografeer je in donkerdere omstandigheden dan kan je de ISO verhogen om toch voldoende te zien. Houd er wel rekening mee dat hoe hoger je de ISO-waarde zet, hoe korreliger de foto er zal uitzien. Dat merk je als je de foto op je computer opent en op 100% bekijkt.
Bij professionele productfoto’s zullen dus altijd lagere ISO-waardes gekozen worden. Als je echter uit de vrije hand fotografeert en het wat donkerder is, dan kan het wel noodzakelijk zijn om je ISO te verhogen. Een productfoto moet dan wel perfect “glad” zijn, maar een concertfoto kan wel wat ruwigheid en extra ruis verdragen.
Sluitertijd
De sluitertijd is de tijd dat de sluiter van je camera open staat. Gedurende deze tijd zal er licht op de censor vallen. Hoe langer deze open staat hoe meer licht er binnen komt.
Met een sluitertijd kan je twee dingen realiseren. Ten eerst meer licht binnenlaten al het donker is. Heb je een lange sluitertijd dan kan je best op een statief fotograferen. Het tweede wat je er mee kan is een beeld laten bevriezen of laten bewegen.
Stel je hebt een waterval. Met een hele korte sluitertijd, zal je het water zien stilstaan en zie je misschien zelfs druppels die rond spatten. Met een lange sluitertijd zal je de vloeiende beweging van het water zien. Wil je een raceauto zien en kunnen lezen wat er op staat dan gebruik je een hele korte sluitertijd. Wil je juist de actie van de beweging zien en een waas van de auto dan gebruik je een lange sluitertijd.
Belang van licht
Licht is super belangrijk als je gaat fotograferen. Zonder licht staat er namelijk niks op je foto. Daar meer te gaan fotograferen zal je ontdekken welk licht goed werkt en welk niet. Wil je licht volledig naar je hand zetten dan kan je studiofotografie doen. Met de studioflitsers kan je het licht langs een kant laten komen die je wilt en het licht feller of zachter zetten.
Maar je het geen flitsers nodig om mooie foto’s te maken. Je kan buiten fotograferen, aan een raam of met een daglichtlamp.
Flitser van de camera vermijden
Als het binnen donkerder wordt en je gebruikt de flitser van je camera dan zal je merken dat je geen mooie foto krijgt. Het licht is niet mooi, het onderwerp is “stuk geflitst”. Probeer dit dus zo veel mogelijk te vermijden.
Ofwel kan je meer licht aan doen, gordijnen openen zodat er wat meer licht binnen komt, een externe lamp gebruiken, naar buiten gaan als het daar nog wel lichter is.
Je kan ook spelen met de instellingen, een groter diafragma (kleiner getal) zal meer licht binnenlaten. Een hogere ISO-waarde zal er ook voor zorgen dat je foto lichter wordt. En dan kan je de sluitertijd nog aanpassen. Door de sluiter langer op te laten staan, zal er ook meer licht binnenkomen. Wil je uit de hand fotograferen dan kan je deze best niet te lang zetten omdat je foto anders beweging bevat. Fotografeer je met statief dan is dat wel mogelijk
Licht van een andere kant voor een ander effect
Neem eens een lichtbron en plaats deze links van het object, je zal merken dat de linkerkant van het object belicht is en de rechterkant heel donker is. Als je het licht helemaal vooraan plaatst zal het hele object belicht zijn. Zet je het licht langs achter dan zal er een soort gloed rond je object komen, maar is de voorkant vrij donker.
Heb je geen externe lichtbron dan kan je dit ook uitproberen voor een raam. In plaats van het raam te verplaatsen, ga je dan zelf rond het object zodat het raam de ene keer links van je object is, dan er weer voor en dan er achter. Houd goed het object in de gate. Waar valt het licht en waar valt de schaduw.
Reflector
Heb je maar 1 lichtbron dan is het handig om een reflector te hebben. Zo kan je het licht opvangen en weerkaatsen op het stuk dat te donker is. Of als sommige stukken overbelicht zijn, dan kan je met het zwarte gedeelte van de reflector (of een zwart blad papier) wat licht tegenhouden.
Compositie
Wie pas begint met fotograferen zal vaak het onderwerp helemaal in het midden van de foto zetten. Dat kan, maar wil je het wat boeiender en een aantrekkelijkere foto maken dan is het juist een goed idee om daar van af te wijken.
De regel van derden
De regel van derden is een manier om je foto spannender te maken. Het vlak van je foto verdeel je in 9 vakken. Drie rijen en drie kolommen. De punten waar de horizontale lijn en verticale lijn elkaar raken is een interessante plek om je hoofdonderwerp te plaatsen. Heb je lijnen in het te fotograferen beeld bijvoorbeeld van de horizon als je een landschapsfoto maakt, dan kan je deze lijn op ofwel de bovenste ofwel de onderste lijn (die je denkbeeldig getrokken hebt) plaatsen.
Dichter bij gaan
Eén van mijn leraren fotografie hamerde er altijd op om dichter bij te gaan. Door dichter bij te gaan zorg je er voor dat onnuttige zaken niet op de foto staan. Je kan dat realiseren met een zoom lens, door een beetje extra in te zoomen, maar ook door fysiek naar voren te gaan totdat je een mooi beeld hebt. Hoe dichter je bij komt hoe groter het hoofdonderwerp op de foto staat.
Maar ook, als jij dichter bij het hoofdonderwerp bent is in verhouding de afstand er achter groter waardoor de achtergrond waziger zal worden. Hierdoor zal het hoofdonderwerp mooier in beeld komen.
Verplaats je zelf, ook hoger en lager
Een valkuil als je begint met fotograferen is dat je gewoon voor je uit fotografeert. Door je zelf te verplaatsten zal je mooiere foto’s gaan maken. Dichter bij gaan hebben we in het vorige punt al gezien, maar je kan ook op je tippen, een trapje of ladder gaan staan zodat je naar beneden kan fotograferen. Of door je knieën gaan of zelfs op je buik gaan liggen. Kijk maar eens naar het verschil in je foto’s als je dat daadwerkelijk gaat doen.
Als je een kind wil fotograferen en je gaat krom staan zal het kind niet zo mooi in beeld komen als dat jij door je knieën zakt ter hoogte van het kind.
Kijken
Ook door bewust te kijken zal je betere foto’s gaan maken.
Naar andere foto’s
Ten eerste kan je naar andere foto’s kijken. Wat vind je goed aan die bepaalde foto. Door zo heel wat foto’s te bestuderen, zal je meer voeling krijgen hoe je het zelf ook beter kan.
Eventueel kan je een map (fysiek of digitaal) aanleggen met foto’s die je aanspreken. Dan kan je hier altijd eens naar kijken als je inspiratie nodig hebt of niet meer goed weet hoe het moet.
Probeer zo’n foto ook eens na te maken zodat je de instellingen van je camera leert kennen. Wat staat er scherp op die foto? Wat is de afstand tot het hoofdonderwerp? Wat is de positie van de fotograaf?
Naar de omgeving
Voordat je op het knopje van je camera drukt kan je eest ook eens goed kijken. Zijn er storende elementen in beeld? Hoe zou je deze kunnen vermijden? Misschien kan je een beetje naar links of rechts opschuiven, misschien wat dichter bij gaan of inzoomen. Waar loopt de persoon in de achtergrond, misschien als je heel even wacht dat deze beter gepositioneerd is om een mooier beeld te krijgen.
Wat ga je fotograferen? Bekijk dat voorwerp, landschap of persoon eens goed. Misschien zijn er bepaalde interessante details aan die je op beeld kan leggen. Door goed rond te kijken zal je een beter zicht krijgen hoe je een mooi foto kan maken. Dat kan je trouwens ook doen als je geen camera bij hebt, zo ontwikkel je het inzicht in een prachtige foto.
Digitale nabewerking
Een slechte foto kan je een beetje verbeteren, maar dit zal nooit een goede foto worden. Een hele foto die al goed is, kan je daarentegen met de nabewerking meesterlijk maken.
Als je fotografeert in RAW, dan is dat een digitaal negatief. Je moet dit nog ontwikkelen. Je zal merken dat het beeld iets minder is dan de jpg, maar dat komt omdat er voor de jpg automatisch al een bewerking op zit. Het RAW-beeld kan je optimaal gaan bewerken.
Wat meestal een goed idee is om het contrast wat te verhogen. De lichte delen iets lichter en de donkerdere iets donkerder. Het beeld zal veel sterker overkomen. Zelf gebruik ik hiervoor Curves in Photoshop. Behalve Photoshop kan je ook Affinity Photo of lightroom.
Cursus of opleiding fotografie
Wil je je graag verder verdiepen in fotografie dan zijn er verschillende cursussen maar ook online opleidingen fotografie die je kan volgen.
Gelieve in te loggen om een reactie te plaatsen.